PEDIATRIE

​De pediatrische kinesitherapie heeft als doel de ontwikkeling van het kind in zijn geheel te beïnvloeden. Er wordt gewerkt vanuit de motorische vaardigheden die zo ook de verstandelijke en emotionele aspecten probeert te ondersteunen of beïnvloeden.

Kinderen ontwikkelen al spelenderwijs hun zintuigen en motoriek door dingen te ontdekken. Meestal verloopt dat goed en groeien zij zonder problemen. Bij andere kinderen verloopt de ontwikkeling niet zo vanzelfsprekend, duurt dit langer dan gebruikelijk of wijkt deze af van het ‘normale’ patroon. Dit kan zich o.a. uiten als gevolg van aandoeningen aan de organen, zintuigen, het zenuwstelsel of het houdings- en bewegingsapparaat. Een gevolg hiervan is dat kinderen hierdoor soms (te) weinig motorische ervaring opdoen.

Ook deze kinderen moeten leren zo optimaal mogelijk verder te leven. Hiervoor is soms extra oefening en inzet nodig om bepaalde vaardigheden onder de knie te krijgen.

PSYCHOMOTORIEK BIJ KINDEREN

Binnen de psychomotoriek worden, afhankelijk van de behandeldoelstellingen, volgende aspecten met kinderen van 4 tot 16jaar ingeoefend:

  • Grof motorische vaardigheden
  • Fijn motorische vaardigheden
  • Lichaamsbesef en zelfbeeld
  • Ontwikkeling van voorkeurshand/been
  • Schrijfmotoriek (houding, richting)
  • Visuomotoriek (goede samenwerking tussen visuele waarneming en uitvoering van taken)
  • Coördinatie en lateralisatie ontwikkeling
  • Inzicht in tijd (volgorde en tempo)

De therapie wordt steeds voorafgegaan door de afname van een gestandaardiseerde test. Afhankelijk van de ernst van de resultaten wordt bepaald welke therapie zal worden toegepast.

De kinesitherapeut kan tevens een belangrijke en bepalende rol spelen bij de volgende indicaties:

  • ​neurologische problematiek: cerebral palsy, spasticiteit
  • neuromusculaire problematiek: spina bifida, spierziekten
  • ontwikkelingsstimulatie bij voorkeurshouding: torticollis
  • orthopedische problematiek: botoxinfiltraties, multileveloperaties, na operatieve spierverlengingen, – transfers, botbreuken
  • gangrevalidatie: tiplopers
  • algemene problemen met de grove motoriek: onhandigheid, evenwicht, coördinatie, balvaardigheid